Je valt van een ladder, je knalt tegen een teamgenoot aan tijdens een pot voetbal of je bent verwikkeld in een auto-ongeluk: dit zijn situaties waarbij de zorg onmiddellijk toesnelt, omdat het om een levensbedreigend geval kan gaan. De ambulance wordt op zulke momenten gebeld om het zekere voor het onzekere te nemen. Hoe gaat dat in zijn werk?
Mocht je een van de aanschouwers van het ongeluk zijn, dan bel je al snel 112. Op dat moment kun je aangeven of het om een medische kwestie gaat, waarna je vervolgens wordt doorverbonden met de meldkamer ambulancezorg. Degene die je dan aan de lijn krijgt is een verpleegkundige die zal inschatten hoe ernstig de situatie is. Daarnaast proberen ze indirect eerste hulp te verlenen via diegene die belt als dit nodig is. De beller volgt de instructies van de telefonist op.
De telefonist bepaalt dus hoe levensbedreigend de situatie van de gewonde is. Mocht dit ingeschat worden op levensbedreigend dan krijgt de situatie de code A1. Mocht het niet levensbedreigend zijn, dan krijgt het geval de stempel code A2. Ruim 74 procent van de ambulanceritten zijn spoedeisend. 48 procent van de inzetten had de stempel A1, terwijl 26 procent van de inzetten A2 waren. Bij A1 is een ambulance binnen vijftien minuten ter plaatse. In A2-gevallen zijn zij er binnen dertig minuten. Naast de A-stempel worden ambulance-inzetten die te plannen zijn gekenmerkt met de letter B. Denk hierbij aan het vervoer van een patiënt van het ene naar het andere ziekenhuis.
De inzet van de ambulance is een vorm van onplanbare zorg. Het is dus nooit zeker of er veel of weinig oproepen voor een ambulancerit zullen zijn. Er wordt nauwkeurig bijgehouden hoeveel ritten er gemaakt worden en om wat voor acute zorg het gaat. Zo werd in 2016 twee miljoenen ritten naar de SEH gereden. In 2017 reden ambulance zo’n 1,3 miljoen keer in Nederland. Het ging dat het vaakst om lichamelijk letsel (34 procent), hart- en vaatziekten (tien procent), waarna ziekten aan het maag- en het darmstelsel en de ademhalingswegen op de derde plek komen.
Nederland vergrijst, wat betekent dat ambulancemedewerkers het in het ene gebied heel druk krijgen en in het andere gebied minder druk. Sommige regio’s vergrijzen namelijk meer dan andere. Zo vonden er behoorlijk wat A1-inzetten plaats in de grijzere provincies Friesland en Groningen. Terwijl er rondom Utrecht minder ambulance uitrukken, omdat dit een jongere regio is.